Wat betekent die term eigenlijk?
In rechterlijke uitspraken (vonnissen en/of beschikkingen) wordt vaak bepaald dat een beslissing uitvoerbaar bij voorraad is. Maar wat betekent dat nu eigenlijk?
Op basis van artikel 230 en 287 Rv vermeldt een vonnis of beschikking de dag van de uitspraak. Vanaf die dag heeft de uitspraak werking. Maar wat nu als iemand in beroep gaat tegen de uitspraak? Normaal gesproken schorst dit de werking van de uitspraak totdat de hogere rechter over de kwestie heeft beslist. Om dit tegen te gaan kan de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
Als er bijvoorbeeld in een familierechtkwestie een omgangsregeling is vastgesteld tussen een kind en een ouder zonder gezag, of iemand anders die in een nauwe persoonlijke betrekking tot dat kind staat, dan zegt de wet expliciet dat een dergelijke uitspraak pas ingaat op het moment dat deze “ in kracht van gewijsde” is gegaan. Om maar meteen de volgende ingewikkelde juridische term uit te leggen: in kracht van gewijsde betekent dat de termijn waarbinnen iemand nog hoger beroep in kan stellen, is verstreken, en er dus niets meer tegen de uitspraak te doen valt (in juridische zin). Een dergelijke beslissing heeft (als uitzondering) dus geen directe werking.
Hoewel een rechter een beslissing ook ambtshalve (uit zichzelf) uitvoerbaar bij voorraad mag verklaren, gebeurt het meestal omdat één van de partijen er om vraagt. Mocht een uitspraak onverhoopt niet uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard, betekent dat dus niet dat de uitspraak niet geldt, maar dat de werking van de uitspraak (tijdelijk) wordt opschort als er vervolgens hoger beroep wordt ingesteld.
In een zaak waarbij iemand bijvoorbeeld geld moet betalen op basis van een uitspraak, mag de ontvangende partij dat geld dan niet meer incasseren tot dat er een uitspraak in hoger beroep is gedaan. Hoewel dat natuurlijk ook vervelende consequenties kan hebben, zou het in familiezaken zo kunnen zijn dat er een zorgregeling is vastgesteld in een uitspraak door de rechter, die dus ook vanwege de directe werking is gaan lopen, maar vervolgens door een hoger beroep dan tijdelijk niet meer zou gelden. Resultaat: kinderen in de knel.
Gelukkig kan een kort geding procedure dan alsnog uitkomst bieden indien nodig, maar verstandiger is uiteraard om goed op te letten dat er door de advocaat of de advocaat van de wederpartij meteen al om een beslissing is gevraagd die “uitvoerbaar bij voorraad” is.